door Judy Lohman

‘Daar komen ze! De Boeren!’ roept Yvonne Jaspers elk jaar verheugd alsof ze de boeren persoonlijk in haar fuik gevangen heeft. Een tikkie besmuikt komen ze tevoorschijn, ook dit jaar: vier boeren en één boerin. Het roept associaties op met een veekeuring; ze worden zelfs verzocht zich om te draaien. De potentiële kanshebbers juichen, sommigen gillen alsof ze popsterren in hun vizier hebben. Daarna worden de rollen omgedraaid en zijn het de boeren die keuren en testen. De ongekende populariteit van ‘Boer zoekt Vrouw’ is sociologisch beschouwd een bijzonder fenomeen.

Wij zijn beide opgegroeid op en naast de boerderij en hebben onze roots dus op het platteland; vette klei aan onze klompen en een stalgeur die vaagjes om ons heen hing. Wij kennen ze dan ook maar al te goed: de plattelandsjongens die op hun buikschuivers naar de stad scheurden op zoek naar vrouwelijk wild. De meisjes draaiden nuffig hun hoofd weg zodra de foute, glimmende Terlenkabroeken, de bloempotkapsels en de haspelende teksten (‘eh, ja, heu, kwee niet’) in hun buurt kwamen. Ze vielen nog liever ter plekke dood neer, dan zich in te laten met zo’n boerenpummel. Ook boerendochters stonden in het stadse datingverkeer niet hoog op de prioriteitenlijst. Zo heeft een klasgenoot, zoon van de directeur van een revalidatiecentrum, de boerderij eens bezocht. Hij sprak toen de historische woorden: ‘Oh, nee hoor, ik wil niets met je, ik wil alleen maar kijken hoe boeren leven.’ Daarna jakkerde hij spoorslag weg op zijn Puch, met lange, wapperende haren en strakke jeans - hij wel - weg van het reservaat. Want zo stonden wij vroeger toch een beetje te boek, de boeren. Kijk in Van Dale en u vindt als betekenis van boer niet alleen: een bewoner van het platteland (‘het is nog een echt boertje, je kunt het hem aanzien dat hij van buiten komt’), maar ook: lomperd, ongemanierd persoon. De omschrijving van een nieuw aangekomen militair was zelfs: ’een boer blijft een boer.’ Niet echt positief al met al.

En nu? Het kan verkeren. Zo hebben zich voor boer Frank - de charmante geitenboer die zichzelf verontschuldigt dat hij voorheen een burger was - meer dan duizend (!) meisjes aangemeld. Ook de andere vier konden zich verheugen op grote aantallen belangstellenden. Nog nooit heeft het leven op het platteland en aan de zijde van een boer zo aantrekkelijk geleken. En dat melken? Och, men koopt een boekje ‘melken voor beginners’, en men kan van start.

Wat is de verklaring van het succes van het programma? Is dat puur te danken aan het feit dat het een datingprogramma is en heeft het niets te maken met de gekozen beroepsgroep? We hebben de proef op de som genomen. Slager zoekt vrouw! Hm, nee, moesten we erkennen, dat werkt toch minder goed. Bouwvakker zoekt vrouw dan? Ook de bouwplaats leek ons geen aantrekkelijke omgeving voor ontluikende liefde. Ambtenaar zoekt vrouw? Dat leverde, behalve hilarische plaatjes, ook geen flitsend programma op. De populariteit van het programma zit verscholen in het begrip boer. Wat zo aantrekkelijk is in het boerenbestaan, valt te lezen op de website van ‘Boer zoekt Vrouw’: Terug naar de schoonheid van de natuur en de rust van het platteland. Een hang naar eenvoud en vrijheid, naar een verleden dat verrassend genoeg nog steeds bestaat; en ook naar een bestaan van niet zeuren, om vijf uur op, de hele dag in de weer om op een eerlijke manier je geld verdienen. Dit komt in de richting van de verklaring van de populariteit van ‘Boer zoekt Vrouw’.

Maar er zit wellicht ook een economische component achter de populariteit van het koekeloeren naar de living history vertolking van de boeken van Gerbrand Bakker. En dat is simpelweg de theorie van vraag en aanbod. In de jaren zestig wemelde het nog van de boerenbedrijven (zo waren er maar liefst 180.000 veeteeltbedrijven) en was er waarschijnlijk een overschot op de datingmarkt. Anno 2009 is nog slechts circa 10% van de veeteeltbedrijven overgebleven. De bedrijven die het gered hebben zijn grootschaliger; de boeren zijn agri-ondernemers geworden. Zo heeft boer Richard met zijn duizend koeien een bedrijf dat je naar adem doet happen. Het begrip keuterboertje wordt hiermee uit het collectieve geheugen weggegumd. Kortom, boer is hedentendage geen beroep meer waar je je voor hoeft te schamen. Sterker nog; de programmamakers hebben ervoor gezorgd dat het beroep opeens salonfähig is geworden. Bankier, directeur of havenbaron zijn op feestjes nu echt uit de mode. Houthakkershirts, gegroefde handen en weinig tekst zijn in. Niets geen flemende, opgesmukte woorden, maar simpelweg daden. Is dat eigenlijk niet samengevat wat Nederland nodig heeft? De boeren werken ondertussen gewoon door, dat deden ze al eeuwen, maar nu zien miljoenen mensen dat er hardwerkende, waarachtige mensen achter de voedselketen zitten. Mensen die respect verdienen en geen schimpscheuten. Het tijdperk van schaamte is voorbij.

Judy Lohman is het pseudoniem van het schrijversechtpaar Junte Lohman en Diety Oppedijk, dat onlangs het ebook Getekend op de markt heeft gebracht.(Anita Witzier: ‘Een heftig boek… dat leest als een trein.’

De roman speelt op en rond de boerderij en gaat over de gevolgen van een valse beschuldiging van seksueel misbruik.

Zie www.judylohman.nl of www.ebook.nl